ode aan de dode kunstenaar

o

Een ode aan de dode kunstenaar. De huisschilder en de kunstschilder. Ze lijken op elkaar zoals een havermoutkoekje en Pim’s dat doen. Beiden zijn lekker, maar de een smaakt naar no-nonsense en de ander naar complexe lagen van smaak en luchtige kunstzinnigheid. Ze gebruiken allebei verf en kwasten, maar waar de huisschilder om zeven uur ’s ochtends in z’n overall op een steiger staat, met een thermoskan koffie binnen handbereik, hangt de kunstschilder waarschijnlijk nog thuis in een badjas, peinzend over zijn ‘filosofische palet’ terwijl hij naar z’n kwasten staart alsof ze de sleutel tot het universum bevatten.

De huisschilder krijgt meestal zijn applaus direct uitbetaald in euro’s. Zijn werk wordt door enthousiaste klanten op de koelkast gehangen, niet als kunst, maar in de vorm van een factuur. “Prima werk geleverd, en oh ja, kun je volgende week de badkamer doen?” vraagt men zonder enige trilling in hun stem. En zo gaat het door, als een betrouwbare klok. Hij levert, hij krijgt betaald, en de wereld blijft doordraaien in frisse nieuwe kleurtjes.

De kunstschilder daarentegen? Ach ja, hij werkt als een soort mysterieuze alchemist. Zijn werk vordert traag, zoals een slak die zich door pindakaas worstelt, en als je vraagt hoe lang het nog duurt, krijg je een diepzinnige zucht als antwoord, gevolgd door iets vaags als: “De tijd is een illusie, net als dit doek.” Vervolgens wacht je op het moment dat zijn werk klaar is, wat op een dag misschien gebeurt. Of niet. Wie zal het zeggen?

Leven en dood van de kunstschilder

Het verschil tussen de huisschilder en de kunstschilder komt pas écht duidelijk naar voren als de kunstschilder… nou ja, als hij dood is. Want zie, terwijl de huisschilder zijn bestaan in keurig bijgehouden bankafschriften en nette reviews achterlaat, krijgt de kunstschilder vaak postume roem. Er is iets tragisch romantisch aan het idee dat een kunstschilder pas écht wordt gewaardeerd als hij er zelf niet meer van kan genieten.

En dan gebeurt er iets vreemds, de kunstwerken die tijdens het leven van de kunstenaar misschien amper aandacht kregen (laat staan verkochten voor een fatsoenlijke prijs), krijgen ineens een nieuwe status. Afgelopen zaterdag liepen we een galerie binnen en zien een prachtige tekening hangen. “Wie is de kunstenaar?” vraag ik. “Oh, hij is dood,” fluistert de galeriehouder plechtig, alsof dat een geheime code is voor “Dit is echt iets speciaals.”

Pentekening G.H. van der Meulen

Maar wacht! Het werk van de minder bekende dode kunstenaar heeft een heel andere dynamiek. De prijs van een kunstwerk van een dode, niet beroemde kunstenaar is vaak gestagneerd in het jaar dat de kunstenaar, God hebbe zijn ziel, zijn laatste penseelstreek zette. Het is alsof de kunstmarkt zei: “Sorry, we hebben je tijdlijn stilgezet.”

Kunst van een dode

En daar begint de lol. Voor de prijs van een nieuwe eettafel van een Scandinavische meubelgigant, kun je zomaar een originele tekening of schilderij scoren van een dode kunstenaar. Doodgaan is niet alleen een droevige aangelegenheid maar het kan ook een koopje opleveren voor kunstliefhebbers zoals wij.

Neem bijvoorbeeld onze recente aanwinst, een tekening van een kunstenaar waar je waarschijnlijk nooit van hebt gehoord. Hij is allang de eeuwigheid in getekend, maar zijn werk leeft nog, voor een bedrag dat bijna onfatsoenlijk laag lijkt. We kochten deze tekening voor een fractie van wat je tegenwoordig zou betalen voor een hedendaagse kunstenaar die zijn Instagram-account dagelijks bijwerkt en fanatiek selfies met verf op zijn gezicht plaatst.

Natuurlijk, we kennen allemaal de kunstwerken die miljoenen opbrengen op veilingen – denk aan een schilderij dat eruitziet alsof het door een dronken duif is gemaakt maar dan voor de prijs van een appartement in Amsterdam. Maar dat zijn uitzonderingen. Voor de meeste dode kunstenaars blijft hun kunst net zo vergankelijk als het leven zelf.

Ode aan de Dode Kunstenaar

Nu zou ik graag een lied willen schrijven ter ere van deze overleden helden van de kunst, maar mijn talent voor muziek beperkt zich tot het draaien van de volumeknop. Daarom doe ik het in woorden. De dode kunstenaar verdient onze lof, niet alleen omdat hij prachtige kunst achterlaat, maar ook omdat hij een betaalbare erfenis heeft nagelaten.

Dus aan de dode kunstenaar, dank je wel. Je hebt je tijd doorgebracht in de schaduw van, waarschijnlijk, een stoffig atelier met slecht licht en twijfels over je nalatenschap. Maar hier zijn we nu, jaren later, met een glimlach en een pinpas in de hand, klaar om je werk te eren op een manier die je misschien zelf nooit had verwacht – door het gewoon te kopen en ervan te genieten.

Misschien is dat de grootste kunst van allemaal, ervoor zorgen dat je werk nog steeds leeft, zelfs als jij dat niet meer doet.

En zo sluiten we af met een diepe buiging voor de dode kunstenaars. Zij brengen kleur in ons leven, zelfs als hun eigen kwasten allang zijn neergelegd.

Over de auteur

The red nosed

Hoewel mijn blogs soms scherp en direct kunnen zijn, is respect altijd het uitgangspunt. Ik geloof dat we zelfs met stevige meningen nog altijd naar elkaar kunnen luisteren en elkaar kunnen respecteren. Mocht je je gekwetst voelen door iets wat ik heb geschreven, aarzel dan niet om in gesprek te gaan.

Door The red nosed