Het grootste probleem in Nederland is niet het fileprobleem, het woningtekort of de stijgende inflatie. Nee, het is de asielzoeker. Althans, dat lijkt een aanzienlijk deel van de bevolking te vinden. Deze mysterieuze figuur, die uit verre oorden naar ons kikkerlandje komt, wordt gezien als een dermate groot gevaar dat een extreem streng asielbeleid inmiddels niet alleen gewenst, maar zelfs noodzakelijk lijkt. Waarom? Nou, we moeten toch ergens boos op worden?
Tegelijkertijd is ons leven zo “maakbaar” geworden dat we er simpelweg geen tijd of zin meer in hebben om… nou ja, onszelf voort te planten. Hoe meer we focussen op onze carrières, bloemkoolrijst en de nieuwste iPhone, hoe minder we denken aan het krijgen van kinderen. Resultaat? De bevolkingsgroei neemt af, terwijl het aantal bejaarden vrolijk doorkachelt als een trein die je niet wilt missen. Een vergrijzende samenleving? Check. Maar, wat zou de oplossing zijn? Nieuwe mensen toelaten om onze economie draaiende te houden? Nee, natuurlijk niet. Liever niet.
Gelukkig hebben we regels!
Gelukkig leven we in een rechtsstaat. Ja, dat is zo’n handige uitvinding die voorkomt dat we in een kopie van Hongarije veranderen, waar het “nee” voor de asielzoeker net zo vanzelfsprekend is als het “ja” tegen paprika’s. Nederland heeft tenminste nog een paar institutionele remmen die ons tegenhouden om compleet over de schreef te gaan. Want laten we eerlijk zijn, een systeem dat werkt op basis van feiten en mensenrechten is toch iets om trots op te zijn? Of zijn we dat punt inmiddels ook al voorbij?
Maar waarom eigenlijk?
En dan rijst mij mij de vraag waarom we geen mensen meer binnen willen laten die, laten we wel wezen, gewoon op zoek zijn naar eten en een beter leven? Mensen. Geen cijfers. Geen statistieken. Geen dossiers. Gewoon mensen. En dat in één van de rijkste landen ter wereld.
Misschien is het de angst dat ze onze cultuur zullen veranderen. Ja, want als er één ding heilig is, is het wel onze onvoorwaardelijke liefde voor drop en kaas. Het laatste wat je wilt is een asielzoeker die probeert couscous te introduceren op de vrijmibo. Of is het misschien de angst voor overbelasting van lokale gemeenschappen. In sommige regio’s waar veel asielzoekers worden opgevangen, vrezen bewoners dat hun scholen, gezondheidszorg en andere voorzieningen de extra druk niet aankunnen.
Een wrange ironie
Maar het wordt pas echt ironisch als je bedenkt dat we aan de ene kant klagen over te weinig jonge mensen, te veel bejaarden en de afbrokkeling van onze pensioenpotten, en aan de andere kant de mensen die een bijdrage aan onze maatschappij kunnen leveren, buiten de deur houden. Ziehier: de cirkel van onze eigen worsteling. We willen het wel, maar we willen het niet.
Misschien, en dit is maar een wilde gok, zouden we wat empathie kunnen tonen. Misschien kunnen we in plaats van mensen te zien als “problemen”, ze zien als kansen. Kansen om te groeien, om diversiteit te omarmen, om onze samenleving niet alleen te redden van de vergrijzing, maar ook van de geestelijke verarming die optreedt als we onszelf opsluiten in onze eigen kleine bubbel.
Maar ja, dat zou te simpel zijn, toch?
Mooi!
Ik werk heel veel met deze doelgroep in de bibliotheek. Taalcursisten, mensen die hun paperassen voor hun verblijfsvergunning willen kopiëren (klinkt simpel, is heel pittig als er nog geen NL of ENG gesproken wordt). Blijf altijd luisteren totdat we elkaar begrijpen. Deze mensen groeten en danken me altijd heel hartelijk. Ze nodigen me zelfs regelmatig uit te komen eten (dat mag dan weer niet). Ik heb hele lieve Syrische vriendinnen waar ik veel van leer. Ik was hun werkbegeleider zie ze gewoon als mens.