Het woord crisis. Ooit een serieus begrip dat paniek, drama en hartkloppingen veroorzaakte, maar inmiddels zo uitgekauwd dat je je afvraagt of het überhaupt nog iets betekent. Alles is tegenwoordig een crisis. Heb je je koffie laten vallen? Koffiecrisis. Geen goede serie meer op Netflix? Entertainmentcrisis. En laten we eerlijk zijn, als je naar het nieuws kijkt, lijkt het alsof de wereld per minuut minstens drie nieuwe crises uitspuwt. Mestcrisis, migratiecrisis, energiecrisis, kabinetscrisis, Haagse coalitiecrisis, Volkswagen crisis – je kunt bijna een bingokaart maken.
Maar laten we even stilstaan bij wat een crisis eigenlijk is. Volgens de Wiki (en die weet het meestal wel) is een crisis “een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel ernstig verstoord raakt.” Oké, klinkt heftig. Maar eerlijk gezegd voelt het alsof we tegenwoordig elk probleempje of ongemak meteen een crisis noemen. En dat is een beetje alsof je elk kuchje meteen bestempelt als een levensbedreigende ziekte. (Herkenbaar? Ja, ik kijk naar jullie, mannen met een verkoudheid.)
Van crisis naar uitdaging
Kijk, ik snap het: het woord crisis klinkt spannend. Het geeft een soort dramatisch effect aan alles wat je zegt. “Er is een mestcrisis!” klinkt nu eenmaal alarmerender dan “We hebben een uitdaging met mest.” Maar dat laatste is eigenlijk veel accurater. Want een mestcrisis – laten we even eerlijk zijn – klinkt alsof er overal mestpluimen uit de grond schieten en je door een soort mest-tsunami bedolven wordt. Terwijl de realiteit vaak een stuk minder apocalyptisch is.
Hetzelfde geldt voor de migratiecrisis. Natuurlijk, er zijn uitdagingen op dat gebied. Maar als je het een crisis noemt, creëer je direct een sfeer waarin iedereen in paniek schiet en naar elkaar begint te wijzen. En wat schieten we daarmee op? Niks. Behalve misschien een paar extra headlines op sociale media.
De mannelijke blik
En dan is er nog het verschil in perceptie. Mannen en crises, dat is een bijzondere combinatie. Een griepje wordt bij sommigen al snel een doodvonnis (“Schat, haal de huisarts, ik voel mijn rechteroor niet meer!”). En ja, dat is ook een soort crisis – maar alleen in de ogen van de patiënt.
Misschien is dat ook waarom het woord crisis zo populair is geworden. Het heeft iets dramatisch, iets dat je direct rechtvaardigt om alles stil te leggen en te roepen: “We moeten nú iets doen!” Maar als we eerlijk zijn, hebben we gewoon een beetje de neiging om te overdrijven.
Waar is het polderen gebleven?
Vroeger hadden we nog iets moois: polderen. Voor de niet-ingewijden: polderen is een Nederlandse sport waarbij iedereen een beetje moppert, niemand het volledig met elkaar eens is, maar je uiteindelijk toch een oplossing vindt waar iedereen een soort van mee kan leven. En weet je wat? Dat werkte. Het was misschien niet glamoureus, maar het voorkwam dat elk verschil van mening meteen ontaardde in een “crisis”.
Maar tegenwoordig lijkt polderen passé. Het is veel makkelijker om te roepen dat er een crisis is en je positie te verharden. Want wie geeft er nog toe in tijden van crisis? Niemand, natuurlijk. Je kan moeilijk zeggen: “Ach, eigenlijk valt het wel mee met die crisis, laten we gewoon eens rustig praten.” Nee, crisis betekent alarmbellen, actieteams, hashtags, en ellenlange talkshows.
Terug naar de basis
Misschien is het tijd om weer even rustig adem te halen en ons vocabulaire op te schonen. Niet alles is een crisis. Soms is het gewoon een probleem. Of een uitdaging. Of, heel simpel, een ongemak. Heb je geen wc-papier en moet je improviseren? Dat is vervelend, ja, maar een wereldwijde ramp? Nee, eerder een persoonlijk leertraject.
Laten we het woord crisis bewaren voor de écht zware noodsituaties. Dingen die daadwerkelijk het functioneren van een stelsel ernstig verstoren. Zoals een pandemie, een financiële meltdown, of een nieuwe seizoensfinale van je favoriete serie die drie jaar wordt uitgesteld (oké, die laatste is misschien persoonlijk).
En voor de rest? Gewoon een beetje polderen. Want als we overal een crisis van blijven maken, wie neemt het woord dan nog serieus? Precies. Crisis opgelost. Of wacht, uitdaging aangepakt.