Nu Sinterklaas met zijn staf en paard het land weer gaat verlaten, wordt het tijd om de kerstlichtjes op te hangen en ons voor te bereiden op de afsluiting van een bijzonder jaar. Een jaar dat ons zowel heeft uitgedaagd als ontgoocheld, waarin onze politiek op een bijzonder bedenkelijk niveau is beland en de beleefdheidsvormen lijken te zijn gereduceerd tot een voetnoot in onze cultuur.
Terugkijkend op dit jaar vraag ik me af waar mijn optimisme is gebleven? Als jongere was ik altijd nieuwsgierig naar wat de toekomst zou brengen, ondanks de dreiging van de Koude Oorlog die toen als een donkere wolk boven de wereld hing. Maar vandaag lijkt die hoop op een betere morgen ver te zoeken. Is het een kwestie van ouder worden, of is de wereld daadwerkelijk harder en onverbiddelijker geworden?
Tegen alles
Misschien ligt het probleem deels bij onszelf. We lijken steeds vaker tegen alles te zijn, vooral als iets niet verloopt zoals we het graag willen. Protesten, boosheid, oorlog, verdeeldheid – ze domineren de krantenkoppen en onze sociale media. Het lijkt alsof we de kunst van het gesprek, van wederzijds begrip en geduld, zijn kwijtgeraakt. In een tijd waarin we meer verbonden zijn dan ooit, voelt het alsof we verder van elkaar verwijderd zijn.
80 jaar na de 2e wereldoorlog
Wat me het meest verdrietig maakt, is dat wereldvrede – iets wat we decennialang als een vanzelfsprekendheid hebben gezien – ineens wankel lijkt. Als tiener maakte ik me zorgen over de dreiging van het communisme. Nu maken andere geopolitieke spanningen de toekomst onzeker. En dat is pijnlijk, want ik wil nog steeds dromen. Dromen van avonturen, van nieuwe ervaringen, van het ontdekken van andere culturen.
Mijn ultieme droom? Een reis maken met de Peking Express of – nog mooier – met mijn eigen auto door Rusland naar China rijden. Ik zie het al voor me, wodka drinken met mensen die ik niet eens kan verstaan, samen lachend en pratend in een universele taal van gedeeld plezier en dronkenschap. Het lijkt me fantastisch om te verdwalen in onbekende steden, om me te verbazen over hoe anderen leven en denken, en om die verschillen niet te zien als bedreigend, maar als verrijkend.
Onze arrogantie
Tijdens mijn werk in Roemenië heb ik iets belangrijks geleerd: rijkdom is relatief. Wij leven in een financieel rijke samenleving, maar dat betekent niet dat onze manier van leven het beste of het meest vervullende is. In Roemenië ontmoette ik mensen die met minder middelen meer levensvreugde leken te hebben. Ze leidden een ander leven, met andere prioriteiten en andere waarden. En dat is precies wat reizen zo waardevol maakt: het laat je zien dat er geen universele waarheid is, geen absolute norm waaraan iedereen moet voldoen.
Maar als ik kijk naar hoe we hier tegenwoordig omgaan met normen en waarden, bekruipt me een ongemakkelijk gevoel. Onze cultuur lijkt soms vast te lopen in rigiditeit: wat niet past in ons wereldbeeld, wordt al snel als fout of inferieur bestempeld. Terwijl juist het leren van en luisteren naar andere perspectieven ons kan verrijken.
Het nieuwe jaar
Met de kerst in zicht vraag ik me af: kunnen we de lichtjes en warmte van deze tijd gebruiken om onszelf te herinneren aan wat echt belangrijk is? Kunnen we leren om weer naar elkaar te luisteren, om verschillen te omarmen in plaats van ze weg te duwen? De wereld is complex, maar het verlangen naar verbinding, begrip en vrede is universeel.
Misschien – heel misschien – kunnen we in 2025 niet alleen dromen over een betere toekomst, maar er ook echt aan bouwen. Het wordt waarschijnlijk niet het jaar waarin ik mijn reis naar China kan maken, maar ik hoop van harte dat we elkaar wat beter leren begrijpen. Dat we in de wereld niet langer blind achter een paar mannen met een kleine fluit aanlopen, maar samen nadenken over de absurd ingewikkelde keuzes waar we als wereld voor staan.
Hartelijk dank voor het lezen van mijn blogs. Ik wens je prachtige feestdagen en alle goeds voor 2025.