God, we moeten praten.

G

God, ik moet huilen.
En niet een beetje sniffen met een zakdoekje in de hand, nee, ik moet huilen alsof ik een hele zak uien heb staan snipperen. Ik huil omdat ik, ondanks alles, iedere zondag in de kerk zit, mijn handen vouw, mijn hoofd buig, en steeds vaker denk:
God, is dit echt wat u voor ogen had?

God, ik moet huilen. Op persoonlijke titel

U schiep de wereld naar uw evenbeeld, wordt gezegd. Mooie gedachte, in theorie. Maar als ik om me heen kijk, krijg ik toch sterk het vermoeden dat er ergens in het productieproces iets is misgegaan. Misschien was het maandagochtend. Of u liet de stagiair even wat dingen in elkaar zetten terwijl u zelf een pauze nam. Kan gebeuren. Maar de schade is niet meer te overzien.

Hoe is het toch mogelijk?

Neem nou Israël. Een land dat zich beroept op historische rechten, alsof geschiedenis een gratis toegangsbewijs is voor alles waar je zin in hebt. Inmiddels liggen daar meer dan 50.000 doden. Vrouwen, kinderen, vaders, moeders. Slachtoffers van raketten, bommen, wraak en angst. En toch wordt er steun gevraagd. Nee, geëist. En het bizarre: ze krijgen het ook. Vanuit een kabinet dat wij, met z’n allen, democratisch hebben gekozen. Nou ja, “wij”… zeg maar 78% van de stemgerechtigden die wél kwamen opdagen en dachten: doen we eens gek.

Ik probeer het te begrijpen. Echt. Maar dan zie ik hoe mensen met de Bijbel in de hand verklaren dat abortus een zonde is. Dat transgenders “tegen de natuur” zijn. Dat liefde in hokjes moet passen, want anders raakt God in de war. Ik weet niet of ze ooit met u hebben gebeld, maar als ze u spreken op zondag, wilt u dan de volgende keer zeggen dat u niet de HR-manager bent van hun morele kompas?

En dan Amerika. Uw aanhang heeft daar massaal gekozen voor een man die spreekt in hoofdletters en denkt in complotten. Een man die vrouwen reduceert tot decoratie en klimaatverandering tot een fabeltje. Maar hé, hij bidt op tv, dus dan zal het wel goed zitten. En zolang er maar God bless America aan het eind van een speech komt, zijn de gastarbeiders en het recht op gezondheidszorg slechts details.

En Rusland. Daar zit een president die zijn land leidt met de emotionele volwassenheid van een aardappel. Alles wat ooit een glimp van Rusland heeft gekend, moet terug in de klauwen van Moeder Rusland. Historisch perspectief, noemen ze dat. Ik noem het koloniale nostalgie met een nucleaire ondertoon.

Chaos in mijn hoofd

Ik weet niet meer waar ik moet kijken. Mijn hoofd zit vol. Niet van het nieuws alleen, maar van de constante botsing tussen wat ik wil geloven en wat ik zie. Want wat ik zie, is een wereld waarin priesters kinderen hebben misbruikt in de naam van vertrouwen. Een wereld waarin politici hun geloof als wapen gebruiken in plaats van als gids. Waarin mensen oorlog voeren om grond, geld, en heilige boeken die ze zelf niet eens gelezen hebben.

En dan zit ik daar. Op zondag. In de kerk. Tussen de houten banken, tussen mensen die zingen over liefde en vergeving. En ik zing mee. Omdat ik wil geloven. Omdat ik ergens nog steeds hoop dat dit allemaal niet is wat u bedoelde.

Maar de twijfel knaagt.

Niet omdat ik het verhaal niet waardevol vind. Maar omdat ik de mensen om me heen zie, die beweren in uw naam te spreken, en ik denk: maar waar bent ú dan?

Contact

Was het niet uw zoon die zei: zalig zijn de vredestichters? Waarom prijzen we dan nu de schreeuwers? Waarom zitten de vredestichters in opvangkampen of op de vlucht? Waarom worden de zachtmoedigen vertrapt door de hardliners?

Het voelt alsof ik met een kapotte telefoon probeer te bellen. U neemt niet op, of ik sta in de wacht. Misschien bent u gewoon even offline. Kan ook. De wifi in de hemel zal ook niet altijd stabiel zijn. Maar ondertussen gaat de wereld kapot, en ik weet niet of ik er nog onderdeel van wil zijn.

En toch… blijf ik zitten. In die kerk.
Niet omdat ik het zeker weet. Maar juist omdat ik het níet weet. Omdat ik het moet blijven proberen. Omdat als zelfs twijfel niet meer mag bestaan, we écht verloren zijn.

Misschien is dat geloven. Niet dat alles goedkomt. Maar dat we het blijven proberen, ondanks alles.

En dus blijf ik vragen. Blijf ik kritisch. Blijf ik huilen. Hard, lelijk, met snot en tranen. Omdat ik het moet. Omdat ik een mens ben, naar uw beeld, zegt men. Nou, dan mag u best wat meer menselijkheid tonen. Of op z’n minst wat uitleg geven.
Want God, we moeten echt even praten.

Over de auteur

The red nosed

Hoewel mijn blogs soms scherp en direct kunnen zijn, is respect altijd het uitgangspunt. Ik geloof dat we zelfs met stevige meningen nog altijd naar elkaar kunnen luisteren en elkaar kunnen respecteren. Mocht je je gekwetst voelen door iets wat ik heb geschreven, aarzel dan niet om in gesprek te gaan.

Door The red nosed