Ik woon in een weeshuis. En ja, dat klinkt zwaar maar dat is niet per se negatief. Een weeshuis is een plek waar ouderloze kinderen wonen. Zo eenvoudig is het. En ik ben ouderloos. Ook mijn vrouw is ouderloos. Daarom heb ik besloten om “ons huis” om te dopen tot “het weeshuis”. Gewoon een tikkeltje zelfspot.
Want wees zijn, dat is niet alleen iets voor kinderen zonder ouders. Uiteindelijk, als alles volgens vaste patronen verloopt, worden we allemaal vroeg of laat wees.

Wat is een weeshuis eigenlijk?
Een weeshuis is een instelling voor de verzorging en opvoeding van ouderloze kinderen. Vroeger waren weeshuizen harde, grauwe instellingen, maar tegenwoordig zijn het vaak kleinschalige woonvormen of pleeggezinnen. Toch blijft het woord “weeshuis” hangen – misschien omdat het zoveel emoties oproept.
Volgens recente cijfers worden in Nederland jaarlijks meer dan 6000 minderjarigen wees. Een confronterend getal, dat vaak onopgemerkt blijft. En dat raakt.
Kind zijn zonder ouders, wie ben je dan?
Als volwassene kun je je ouders vreselijk missen, maar je hebt dan meestal al een eigen identiteit opgebouwd. Je hebt je ooit afgezet tegen je ouders, bent misschien zelfs flink met ze in botsing gekomen. Maar zij gaven je wel een basis mee: normen, waarden, gewoonten – de blauwdruk van jouw bestaan.
Voor een kind is dat anders. Een kind moet nog leren wie het is. Het moet zich ontwikkelen, botsen, grenzen verkennen en gecorrigeerd worden. Maar wat gebeurt er als die ouders er niet meer zijn? Als dat fundament ontbreekt?
De vergeten verhalen achter de cijfers
Die 6000 kinderen zijn geen getallen. Het zijn verhalen. Kleine levens met grote leegtes.
Kinderen die een verlies meemaken waar je als volwassene al nauwelijks woorden voor hebt.
Soms worden ze opgevangen door familie. Soms in instellingen. Soms tussen wal en schip.
En dan zijn er ook de kinderen die misschien geen wees zijn op papier, maar wél in de praktijk. Denk aan: Kinderen met verslaafde ouders, kinderen in onveilige thuissituaties of kinderen die emotioneel verwaarloosd worden Zij groeien op met gemis, angst, en vaak zonder een stabiel anker.
Of het nu gaat om wezen, of kinderen die opgroeien in een omgeving waar spanning en onveiligheid de norm zijn: het klopt niet. Het wringt. En toch is het realiteit. Soms zijn het grote tragedies, soms stille verhalen. Maar allemaal verdienen ze aandacht.
Ouderschap is geen bijzaak
Opvoeden is moeilijk. En het voelt kwetsbaar om daar kritiek op te krijgen.
Iedere ouder doet zijn best – of denkt dat te doen. Maar juist daarin schuilt een risico. We kunnen uren discussiëren over hoe “de overheid moet ingrijpen” of “hulpverleners tekortschieten”, maar de echte basis ligt in hoe wij opvoeden, hoe wij samenleven, en hoe wij kijken naar onze verantwoordelijkheid.
Want laten we niet vergeten: kinderen zijn geen bezit. Ze zijn geen project. Ze zijn de toekomst. En we hebben als samenleving een plicht om zuinig met hen om te springen.
Opvoeden is ook afzetten
Een essentieel onderdeel van opgroeien is je afzetten tegen je ouders.
Dat klinkt tegenstrijdig, maar het hoort erbij. Je hebt iemand nodig om je tegen af te zetten. Iemand die “nee” zegt. Iemand die zegt: “Zo doen we dat hier niet.”
Wat gebeurt er als dat ontbreekt? Als kinderen alleen maar “vrijheid” krijgen zonder structuur, of erger: helemaal alleen zijn?
Dan ontstaat er iets dat we steeds vaker zien: identiteitsverwarring, prestatiedruk, mentale problemen. Want vrijheid zonder houvast is geen cadeau. Het is chaos.
Maatschappelijke spiegel
We zijn tegenwoordig heel goed in ons afzetten tegen anderen – ook als volwassenen.
Waar kinderen zich afzetten tegen ouders, doen wij dat tegen elkaar.
Links zet zich af tegen de boeren die de snelweg blokkeren en Rechts zet zich af tegen Extinction Rebellion die de snelweg blokkeren.
Zie je de overeenkomst? Iedereen blokkeert de snelweg. Iedereen gelooft ergens heilig in. En iedereen denkt dat de ander fout zit.
Wat missen we? Nuance. Begrip. Verbinding. Waar we vroeger polderden – overlegden, schuurden, samenkwamen – rennen we nu linea recta in onze loopgraven.
Terug naar de kinderen – want dáár begint alles
Terwijl wij ruziën op sociale media over stikstof, klimaat en woke, zijn er kinderen die simpelweg een warme maaltijd nodig hebben. Of een luisterend oor. Of iemand die zegt: “Je doet ertoe.”
Wat zou er gebeuren als we daar collectief meer prioriteit aan geven? Als we stoppen met zeuren over geld, en gewoon zorgen?
Ouderschap is geen hobby. Geen experiment. Het is een verantwoordelijkheid van levensbelang. En ook als je geen ouder bent, heb je invloed. Als tante, buurman, voetbalcoach, juf of klasgenoot.
Laten we zuinig zijn op onze kinderen. Niet alleen die van onszelf, maar van iedereen. Want elk kind dat we helpen, groeit uit tot een volwassene die het verschil maakt. Of het nu een dromer, een doener of een denker wordt – met een stevige basis kunnen ze alles aan.
Stichting WeesGelukkig – een lichtpuntje
En dan tot slot: een kleine spam, zoals ik het noem – maar eentje met een groot hart.
Stichting WeesGelukkig zet zich in voor ouderloze kinderen in Nederland. Niet met tranentrekkende campagnes, maar met praktische hulp, persoonlijke aandacht en duurzame ondersteuning.
Ze bieden:
- Mentorschap voor jonge wezen
- Steun bij rouwverwerking
- Hulp bij studie en werk
- En vooral: een luisterend oor
Wil je meer weten? Steun ze. Of beter nog: word vrijwilliger. Want hoe mooi is het als jouw tijd, ervaring of warmte iemands leven verandert?
Bezoek www.weesgelukkig.nl en doe mee.